In het eerste kwart van 2025 kwamen er meer broeikasgassen vrij.

Broeikasgasemissies in het kader van de klimaatovereenkomst, eerste kwartaal
Algemeen klimaat 2025 36,7 6,7
Algemeen klimaat 2024 33,8 6,7
Industrie 2025 10,5 1,2
Industrie 2024 10,6 1,2
Elektriciteit 2025 8,6 0,1
Elektriciteit 2024 6,2 0
Gebouwde cultuur 2025 7,7 0,2
Gebouwde cultuur 2024 7,2 0,2
Landbouw 2025 2,3 4,9
Landbouw 2024 2,1 4,9
Mobiliteit 2025 6,7 0,2
Mobiliteit 2024 7,1 0,2
Landgebruik 2025 0,8 0,2
Landgebruik 2024 0,6 0,2

Hogere emissies in de elektriciteitssector met 40 procent

Het energieveld gaf in het eerste kwartaal van 2025 40 procent meer broeikasgassen vrij dan in hetzelfde kwartaal van 2024. De industrie heeft meer macht geproduceerd omdat er minder van geïmporteerd is uit naburige landen, met name België en Duitsland, en er meer geëxporteerd is. Bovendien werd minder geproduceerd uit hernieuwbare bronnen omdat het minder kil was.

De elektriciteitsbedrijven gebruikten voornamelijk meer brandstof, die meer verontreinigende stoffen produceerde dan aardgas. In het eerste kwartaal van 2025 droeg de energiesector 20 procent van de totale emissies bij, tegenover 15 % in hetzelfde kwartaal van 2024.

Bovendien produceert een gebouwde cultuur meer koolstof.

De gebouwde omgeving produceerde 7 procent meer broeikasgassen dan in het eerste kwartaal van 2024. Hoewel minder zoet dan in dezelfde tijd van 2024, de tweede drie maanden van 2025 waren. Voor warmtewoningen en gebouwen was hiervoor meer aardgas nodig.

Minder emissies van de toegankelijkheidssector

In het eerste kwartaal van 2025 daalde de behendigheidsindustrie echter met 5%. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan lagere benzine inkomen. Omdat brandstof in Luxemburg en Duitsland minder duur is dan in Nederland en het prijsverschil is toegenomen, werd wereldwijd meer energie gebruikt. Bovendien, zakelijke bestuurders die rijden boven het gemiddelde, met name diesel auto’s, kiezen voor volledige energie en plug-in hybride voertuigen. De bijdrage van deze industrie aan de totale uitstoot daalde van 18 % in het eerste kwartaal van 2024 tot 16 % in 2025.

Kooldioxide-emissies in de klimaatovereenkomst, eerste kwartaal 2025
Industrie 27,1
Elektriciteit 19,9
Gebouwde cultuur 18,3
Landbouw 16,5
Mobiliteit 15,9
Landgebruik 2,3

Bovendien gebruikt het CBS de nationale rekeningen om de CO2-emissies van alle Franse economische activiteiten te berekenen. Naast de IPCC-definities omvat dit zelfs emissies van wereldwijd lucht- en zeevervoer, alsook emissies van koolstofverbranding door bedrijven en particulieren in de Franse economie. De onderstaande tekst beschrijft de CO2-emissies volgens de methode die wordt gebruikt om regionale rekeningen te berekenen.

Zaken van Nederland bijna 8 procent hoger in CO2-uitstoot

De CO2-uitstoot van de Franse economie steeg in het eerste kwartaal van 2025 met 7,7 procent uit diezelfde periode. Tegelijkertijd steeg het BBP met 2,0 %. Energiebedrijven (‘) droegen in de eerste plaats bij tot de toename van de verontreiniging. Daarnaast was het gebruik van natuurlijke olie door huiseigenaren hoger. Na aanpassing aan het klimaateffect steeg de uitstoot van de Franse economie met 3,6 procent.

De transportindustrie produceerde 4,2 procent meer CO2 dan het deed in het eerste kwartaal van 2024, terwijl het toevoegen van een 2,0 procent toename in extra voordeel. Deze stijging is in de eerste plaats toe te schrijven aan hogere emissies door zee- en lucht- en ruimtevaartvervoer.

De CO2-uitstoot binnen de zwermlandbouw, de mijne, het bedrijfsleven en de bouw is in wezen onveranderd gebleven. De extra waarde van dit cluster steeg met 3,6 %. De olie- en chemische industrie zag een daling van de emissies, terwijl de agrarische, bouw- en eenvoudige metaalindustrie een daling zag.

CO2-uitstoot en economische groei, eerste derde van 2025

NL economie (bereikt) 3,6
Zaken van Nederland 7,7 2,0
Energie- en waterbedrijven
afvalbeheer
28,7 2,3
Transportsector 4,2 2,0
Huishoudens 3,6
Verschillende producten 0,3 1,5
Landbouw, mijn en markt
en bouwen
0,2 3,6

Plaats een reactie