Offshore transport is een specialistische manier om materiaal naar boorplatformen te vervoeren. Ook valt het transport van gewonnen brandstoffen en gevaarlijke stoffen hier onder. Het bouwen van een offshore boorplatform is een complex proces waarbij vaak in barre omstandigheden moet worden gewerkt. Materiaal is zwaar en heeft meestal een grote omvang net als de kranen die hulp bieden bij het plaatsen van bijvoorbeeld pijlers. Offshore transport vereist veel voorwerk waarbij uitgebreide risicoanalyses worden gedaan omdat de belangen, veiligheidseisen en investeringen hoog zijn. Nederland kent een aantal gerenommeerde bedrijven die zijn toegelegd op deze vorm van transport, bijvoorbeeld Boskalis, WP Offshore, Conquest Offshore en Winder Limmen.
Grote schepen
Bedrijven in offshore transport beschikken over een vloot met verschillende soorten schepen die zijn toegelegd op het vervoeren van hijskranen, baggerinstallaties, pijpleidingen en modules voor de bouw van offshore platformen. Met name het vervoer van een complete basismodule met vier pijlers vormt een spectaculair gezicht. Een bekend type zwaartransportschip is het half-afzinkbare schip, het dek kan hierbij onder water gezet worden waardoor de lading op het wateroppervlakte drijft. Kraanschepen zijn volledig toegelegd op het hijsen van zeer zware lasten. Het grootste kraanschip ter wereld is de Thialf (voorheen DB-102) van Heerema Marine Contractors dat een lengte heeft van 201 meter met een dubbel hijsvermogen van 7100 ton. Dit kwam goed van pas bij de installatie van de pyloon van de Erasmusbrug in 1995.
Toekomstperspectief branche
Offshore transport zit als branche al jaren in de lift. Met de dreigende afname van olievoorraden is de industrie naarstig op zoek gegaan naar nieuwe olievelden. Deze worden vaak op zee gevonden in diepere wateren dan voorheen (zie bijvoorbeeld de oliewinning in de Golf van Mexico.) Daarnaast vindt ook een groter deel van alternatieve energiewinning plaats op zee. Denk bijvoorbeeld aan het Prinses Amaliawindpark dat 23 kilometer voor de kust van IJmuiden ligt. Wieken moeten hier op buizen van 50 meter lengte en een gewicht van meer dan 300 ton worden geplaatst. De wieken worden op land gemonteerd en in complete staat naar het park getransporteerd. Daarnaast moeten leidingen naar het vaste land worden gelegd om de opgewekte energie te transporteren.