Productie industrie bijna 20 keer hoger dan 100 jaar geleden

De CBS-statistieken over de productie van de industrie gaan terug tot 1922. In de jaren twintig en dertig waren vooral industrieën zoals textiel, scheepsbouw en voedselverwerking belangrijk in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog was de wederopbouw een belangrijke factor voor een sterke groei van de industrie. In 1974 was de productie van de industrie meer dan vier keer hoger dan in 1949. De oliecrises in de jaren zeventig zorgden voor stijgende kosten en een stagnerende productie. Vanaf de jaren tachtig werden een aantal industrieën verplaatst naar landen met lagere loonkosten. Hierdoor begon de industrie steeds meer te focussen op hoogwaardige productie en technieken en trok de groei weer aan. Sinds de eeuwwisseling is de industrie blijven groeien, ondanks de impact van de financiële crisis en de coronapandemie.

Productie-index industrie
1922 5,0
1923 5,0
1924 5,7
1925 6,5
1926 7,2
1927 7,2
1928 7,9
1929 9,3
1930 7,9
1931 7,2
1932 7,2
1933 7,2
1934 7,2
1935 7,2
1936 7,9
1937 8,6
1938 8,6
1939
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949 9,3
1950 10,8
1951 11,5
1952 11,5
1953 12,5
1954 13,8
1955 14,7
1956 15,6
1957 16,3
1958 16,3
1959 17,9
1960 19,9
1961 20,7
1962 21,7
1963 22,9
1964 25,0
1965 26,3
1966 27,4
1967 28,2
1968 30,4
1969 33,4
1970 34,6
1971 35,4
1972 36,9
1973 39,1
1974 41,1
1975 38,8
1976 41,1
1977 40,9
1978 41,7
1979 42,7
1980 42,6
1981 42,1
1982 41,6
1983 42,8
1984 45,6
1985 47,0
1986 48,7
1987 49,7
1988 51,1
1989 53,4
1990 55,2
1991 55,7
1992 56,3
1993 56,0
1994 58,9
1995 61,1
1996 61,9
1997 62,9
1998 64,8
1999 67,0
2000 71,8
2001 71,7
2002 71,8
2003 71,2
2004 73,8
2005 75,5
2006 78,1
2007 82,8
2008 81,7
2009 74,6
2010 79,7
2011 82,4
2012 81,8
2013 80,9
2014 81,8
2015 82,2
2016 84,8
2017 87,5
2018 90,6
2019 89,6
2020 86,8
2021 93,5
2022 100,6
2023 100,0

Textiel, kleding en leer piekt in jaren zestig

De Nederlandse textiel-, kleding- en lederindustrie kende vanaf de jaren vijftig een bloeiperiode met een sterke groei van de productie. De productie van de kledingindustrie bereikte in 1964 een piek en was toen in tien jaar tijd verdubbeld. Deze industrieën waren vooral gecentreerd in enkele gebieden zoals Tilburg, Waalwijk en Enschede. Vanaf halverwege de jaren zestig begon de productie te krimpen als gevolg van toenemende concurrentie uit landen met lagere loonkosten. In 2023 was de productie van de kleding- en lederindustrie meer dan gehalveerd ten opzichte van de piek in de jaren zestig. De productie van de textielindustrie is in diezelfde periode met een kwart gekrompen.

Productie-index textiel-, kleding-, en leerindustrie
1953 84,9 115,5 142,8
1954 90,4 130,6 155,5
1955 93,4 141,7 167,6
1956 98,9 158,8 170,5
1957 99,2 155,5 163,0
1958 92,0 154,2 157,8
1959 102,8 169,9 172,8
1960 109,3 183,7 170,5
1961 112,8 206,0 185,5
1962 113,2 201,4 190,1
1963 121,7 218,5 198,1
1964 128,0 233,6 213,1
1965 123,8 224,4 212,5
1966 130,6 223,1 210,2
1967 120,5 193,6 205,6
1968 127,8 206,0 207,9
1969 138,9 207,3 200,4
1970 137,3 196,8 180,8
1971 138,6 198,7 182,5
1972 137,7 197,4 181,3
1973 134,1 192,4 176,6
1974 134,4 192,7 176,9
1975 124,2 178,1 163,4
1976 128,6 184,4 169,3
1977 115,1 164,9 151,5
1978 116,9 167,5 153,8
1979 115,3 165,2 151,7
1980 108,0 154,9 142,2
1981 98,9 141,8 130,2
1982 102,1 146,4 134,4
1983 99,5 142,7 131,1
1984 98,8 141,7 130,1
1985 100,8 144,5 132,7
1986 109,3 156,8 144,0
1987 101,4 145,5 133,7
1988 102,6 147,1 135,1
1989 105,1 156,0 134,3
1990 106,8 167,7 136,0
1991 104,3 173,1 133,7
1992 101,8 150,2 131,0
1993 100,2 155,3 148,2
1994 98,7 160,4 143,3
1995 95,2 144,4 122,1
1996 95,9 128,4 107,9
1997 98,1 122,2 116,1
1998 107,9 115,7 114,3
1999 112,3 103,5 107,6
2000 117,3 99,1 122,7
2001 115,8 97,9 121,2
2002 110,7 93,6 115,9
2003 108,3 91,5 113,4
2004 95,1 80,4 99,6
2005 95,8 81,0 100,6
2006 98,2 83,0 104,1
2007 105,1 88,9 111,7
2008 102,2 86,5 108,7
2009 88,8 75,1 92,9
2010 100,2 84,7 105,6
2011 103,8 83,8 109,0
2012 100,8 81,6 101,6
2013 102,7 78,3 100,8
2014 104,6 77,1 106,7
2015 107,2 76,8 107,1
2016 105,1 79,5 101,0
2017 113,4 80,3 107,8
2018 117,1 81,6 106,6
2019 111,9 79,0 117,7
2020 104,0 72,6 97,2
2021 111,0 81,6 111,4
2022 108,4 90,0 111,9
2023 100,0 100,0 100,0

Tabaksindustrie nagenoeg verdwenen

Vanaf de jaren vijftig kende de tabaksindustrie in Nederland een sterk groeiende productie voor zowel de binnenlandse markt als voor de export. Vanaf de jaren zeventig nam de bewustwording over de gezondheidsrisico’s van roken toe. Dit leidde tot strengere regelgeving, campagnes om de consumptie te verminderen, en hogere accijnzen. Hierdoor kromp de productie van de tabaksindustrie sterk in de jaren daarna. Tegenwoordig ligt de productie van deze industrie 97 procent lager dan tijdens de piek in 1973.

Productie-index tabaksindustrie
1953 1693,8
1954 1783,8
1955 1810,5
1956 1905,4
1957 1942,6
1958 1926,4
1959 1961,3
1960 2031,0
1961 2167,9
1962 2205,2
1963 2321,1
1964 2383,5
1965 2534,3
1966 2352,7
1967 2502,7
1968 2577,2
1969 2626,7
1970 2687,4
1971 2770,9
1972 3138,9
1973 3512,5
1974 3060,3
1975 2524,5
1976 2474,3
1977 2599,1
1978 2028,6
1979 2009,9
1980 1538,2
1981 1414,2
1982 1248,9
1983 1244,0
1984 1066,5
1985 836,4
1986 607,8
1987 553,5
1988 553,5
1989 626,5
1990 703,5
1991 748,9
1992 713,2
1993 721,3
1994 789,4
1995 846,1
1996 804,0
1997 813,7
1998 835,6
1999 821,0
2000 861,5
2001 858,3
2002 999,3
2003 921,5
2004 880,1
2005 896,0
2006 889,4
2007 938,7
2008 841,9
2009 842,2
2010 810,4
2011 839,1
2012 781,9
2013 753,0
2014 465,5
2015 167,2
2016 157,3
2017 163,9
2018 158,2
2019 155,4
2020 166,7
2021 149,3
2022 123,9
2023 100,0

Machine-industrie nieuwe motor Nederlandse industrie

Sinds 1990 is de productie van de machine-industrie meer dan vervijfvoudigd. Daarmee is deze een stuk harder gegroeid dan de industrie als geheel, die in dezelfde periode met 81 procent is gegroeid. Aanvankelijk draaide de sector vooral om standaard productiemachines, maar inmiddels is deze steeds meer gespecialiseerd in geavanceerde machines voor sectoren als de halfgeleiderindustrie en medische technologie. Vooral tussen 2016 en 2023 is de machine-industrie sterk gegroeid, meer dan een verdrievoudiging van de productie.

Productie-index machine-industrie
1990 16,7 55,2
1991 17,1 55,7
1992 16,6 56,3
1993 16,8 56,0
1994 18,1 58,9
1995 19,4 61,1
1996 20,4 61,9
1997 21,7 62,9
1998 22,2 64,8
1999 21,1 67,0
2000 24,8 71,8
2001 23,2 71,7
2002 22,4 71,8
2003 23,7 71,2
2004 26,8 73,8
2005 27,1 75,5
2006 29,4 78,1
2007 31,7 82,8
2008 30,4 81,7
2009 24,7 74,6
2010 29,9 79,7
2011 32,1 82,4
2012 31,3 81,8
2013 31,3 80,9
2014 33,1 81,8
2015 32,9 82,2
2016 32,0 84,8
2017 37,3 87,5
2018 45,8 90,6
2019 53,2 89,6
2020 56,5 86,8
2021 71,6 93,5
2022 94,8 100,6
2023 100,0 100,0

Minder mensen werkzaam in de industrie

Honderd jaar geleden werkte 28 procent van de werkzame beroepsbevolking in de industrie. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog groeide dat door tot een piek in 1960, toen een derde van de werkzame beroepsbevolking actief was in de industrie. In de decennia daarna daalde het aandeel steeds verder. In 2023 was iets meer dan 8 procent van de werkzame beroepsbevolking actief in de industrie. Ook in absolute aantallen lag het aantal industriële banen in 2023 lager dan tijdens de piek van 1960. De groei van arbeidsproductiviteit heeft ervoor gezorgd dat de productie van de industrie in deze periode is blijven groeien.

Plaats een reactie