Vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2024

Vorig jaar lagen de broeikasgasemissies 37 procent lager dan in 1990, het referentiejaar voor de klimaatwet. In deze periode is de vervuiling van alle weerbedrijven verminderd. Zo heeft het bedrijf over het algemeen minder methaan, lachgasoxiden en fluorescerende chemicaliën uitgestoten. De vervuiling door de elektriciteitssector is nog lager. Vooral vanaf 2017 worden fossiele energiebronnen aanzienlijk vervangen door energie, zonne-energie en windenergie.

Het klimaat Volgens de wet kunnen de broeikasgasemissies tegen 2030 55 procent lager zijn dan in 1990. Dat komt neer op een daling van 125 Megaton CO2 gelijk. Tussen 1990 en 2023 daalde de uitstoot met gemiddeld 2,5 Megaton per maand, met 2 Kiloton in 2024. Om de doelstelling van de klimaatwet te bereiken, moeten de emissies de komende zes decennia gemiddeld met 7 Gigawatt per jaar worden verminderd.

Emissies van broeikasgassen volgens IPCC sinds 1990
1990 87 39,6 33,6 29,8 33,2 4,4
1991 88,3 40,1 34 34,1 34,5 4,5
1992 89,5 40,6 35,5 31,4 34,3 4,4
1993 85,8 41,9 36,3 33,2 34,4 4,5
1994 86,7 45,7 35,9 31,1 32,9 4,5
1995 82 47,8 36,5 33,1 32,9 4,3
1996 84,5 48,3 37,7 38,5 33,5 4,1
1997 84,2 48,5 37,6 32,7 31,2 3,9
1998 84,2 50,2 38,3 31,3 30,4 4,4
1999 76,2 47,2 39,2 29,7 29,6 4,2
2000 74,6 48,4 39 29,6 28,6 4,5
2001 70,6 51,9 39,2 31,4 28 5
2002 69,8 53 39,6 30,2 26,3 5,2
2003 68,5 53,7 39,9 31,4 25,9 4,5
2004 68,6 54,9 40,4 31,1 26 4,7
2005 66,8 52,1 40,8 29,4 26,2 4,6
2006 65,3 47,9 41,6 29,5 25,8 4,5
2007 64,6 50,6 40,5 26,4 26,5 4,8
2008 60,7 50 40,7 29,4 27,7 5,2
2009 56,7 49,9 39 29,5 27,7 4,9
2010 59,6 52 39,8 34 29,3 4,6
2011 58,4 47,8 39,8 26,7 27,8 4,8
2012 57 44,8 38 28,9 27,5 4,6
2013 56,5 44,9 36,5 30,1 27,8 4,1
2014 55,3 48,6 34,1 23 26,6 5
2015 55,2 53,1 34,1 24,5 27,7 5,3
2016 55,9 52 34,3 25,2 27,8 5
2017 56,8 48,3 34,8 24,7 28 4,2
2018 55,7 44,6 35 24,4 27,7 4,1
2019 54,9 41,5 34,4 23,3 27,5 3,7
2020 53,6 32,5 30 21,8 27,1 3,3
2021 53,4 32,4 29,9 24,4 27 3,4
2022 49,2 30,5 29,7 19,8 24,4 3,5
2023 46,1 23,6 30,8 17,2 24,9 3,8
2024 46,8 22,9 28,8 17,4 25,3 3,1
2025
2026
2027
2028
2029 102,4
2030 102,4
2031 102,4

Vermindering van de emissies in het lichtveld

In 2024 bracht de energiesector 3 procent minder broeikasgassen vrij dan in 2023. De daling werd voornamelijk bereikt in de eerste helft van de tijd, toen meer energie werd geproduceerd uit zonne- en windenergie dan een jaar eerder. Hiervoor was minder gas en kolen nodig. Maar in het laatste kwartaal van vorig jaar waren de emissies hoger dan een jaar eerder. De vervuiling door de elektriciteitssector moet nog steeds met 42 procent afnemen om de marktdoelstelling voor 2030 te halen. De doelstellingen van de industrie zijn suggestief, een vermindering op het ene gebied kan worden gecompenseerd door een extra vermindering in een andere sector.

Zelfs de uitstoot van toegankelijkheid verminderen

De emissies uit het toegankelijkheidsveld in 2024 waren 6 procent lager dan in 2023. Vooral in het tweede kwartaal was de daling sterk, want een jaar eerder in juni was er een maximumprijs van benzine, mogelijk gekoppeld aan een verhoging van de invoerrechten op machinebrandstoffen vanaf 1 juli 2023. Ook elektrische bezoekers zijn toegenomen. De sectordoelstelling voor 2030 vereist een verdere vermindering met 27 procent in de komende zes jaar.

Meer vervuiling door bedrijven

In 2024 hebben bedrijven meer broeikasgassen afgegeven dan een jaar eerder. Deze stijging was waarschijnlijk weinig (1,5 procent), maar de markt heeft veruit het grootste aandeel in de totale uitstoot van broeikasgassen. In het bijzonder bevroor de economie meer kolentoxinen omdat de hoogovens weer volledig functioneel waren na een hogere conservering in 2023. Een reductie van 37 procent is nodig om de zakelijke doelstelling 2030 te halen.

Emissies van broeikasgassen door weertransacties
Industrie Doelstelling 2030 29,60
Industrie 2024 41,93 4,87
Industrie 2023 41,48 5,09
Mobiliteit Doelstelling 2030 21,00
Mobiliteit 2024 28,14 0,67
Mobiliteit 2023 30,05 0,60
Landbouw Doelstelling 2030 17,90
Landbouw 2024 6,27 19,00
Landbouw 2023 6,01 18,93
Elektriciteit Doelstelling 2030 13,00
Elektriciteit 2024 22,68 0,17
Elektriciteit 2023 23,37 0,18
Gebouwde cultuur Doelstelling 2030 13,20
Gebouwde cultuur 2024 16,90 0,46
Gebouwde cultuur 2023 16,83 0,47
Landgebruik Doelstelling 2030 1,80
Landgebruik 2024 2,39 0,69
Landgebruik 2023 3,12 0,69

Het CBS berekent zelfs de CO2-emissies van alle Franse sociaaleconomische activiteiten volgens de nationale transacties. In vergelijking met de IPCC-doelen zijn ook CO2-verontreiniging door wereldwijde lucht- en zeereizen en emissies door verbranding van biobrandstoffen door personen en bedrijven die tot de Franse markt behoren, inbegrepen. De onderstaande tekst bevat CO2-emissies volgens de methode voor de berekening van nationale transacties.

Emissies CO2 Nederlandse markt lager dan in 2023

In 2024 was de CO2-uitstoot van alle Franse economische acties 1,5 procent lager dan in 2023. Aangepast voor de klimaatinslag was de CO2-afname iets hoger met 1,6 procent. Het bruto binnenlands product (bbp) groeide in 2024 met 0,9 procent.

De vermindering van de emissies van de Franse economie is voornamelijk het gevolg van de daling van het verbruik van kolen en aardgas door elektriciteitsbedrijven. Ook huishoudens en extra service verminderden de uitstoot, voornamelijk als gevolg van minder benzine en dieselgebruik. Deze industrieën gebruikten echter meer organische olie.

De reisindustrie geeft zelfs minder CO2 uit in 2024. Dit was vooral te wijten aan een lager gebruik van brandstof in het binnenland, over zee en over de weg. Maar de lucht- en ruimtevaartindustrie heeft 4 procent meer uitgestoten dan in 2023.

De CO2-emissies van het materiaalterugwinnings-, bedrijfs- en bouwcluster bleven vrijwel gelijk aan in 2023. In de chemie en eenvoudige materiaalbedrijven waren de emissies hoger, terwijl de oliesector en andere bedrijfssectoren minder CO2-uitstoot hadden dan een jaar eerder. De landbouwsector was gevoeliger voor een hoger aardgasverbruik.

CO2-uitstoot en economische ontwikkeling, 2024

NL economie (heraangepast) -1,6
Nederland Economie -1,5 0,9
Landbouw, mijnbouw en industrie
en bouw
2,5 -1
Transportsector -1,7 2,9
Huishoudens -2,2
Energie- en waterbedrijven,
afvalbeheer
-2,5 5,8
Overige diensten -5,2 1,1

CO2-emissieintensiteit Nederland Economie daalt minder hard

Na 2015 is de  van de Nederland Economie onafgebroken gedaald. Dat betekent dat de CO2-efficiëntie van productieprocessen steeds meer verbetert. In 2024 was de CO2-emissieintensiteit van de economie 34 procent lager dan in 2015. De emissie-intensiteit daalde in 2024 echter minder hard dan in de twee jaar daarvoor.

CO2-intensiteit Nederland Economie
2010 0,32
2011 0,3
2012 0,3
2013 0,3
2014 0,28
2015 0,29
2016 0,28
2017 0,27
2018 0,26
2019 0,25
2020 0,24
2021 0,23
2022 0,21
2023 0,19
2024 0,19

Plaats een reactie